Door op 12 juni 2016

De paradox van het Jeroen Bosch Jaar

de-marskramer

 

 

Jeroen Bosch is een geniale schilder. Een duivelskunstenaar. Een vernieuwer. Met zijn tekeningen en schilderijen creëert hij een wonderlijke wereld van heiligen, demonen, menselijke en fabelachtige figuren. Hij prikkelt de zintuigen en houdt de toeschouwer een spiegel voor. Van hemel en hel, van verleiding en verlossing, van begeerte en hebzucht. Terecht dat deze bijzondere schilder door onze stad wordt geëerd.

Fantastisch dat het Jeroen Bosch Jaar zo succesvol verloopt en dat zovelen de loftrompet blazen. Maar soms ook verbazingwekkend paradoxaal. Partijen die op de knieën gaan voor Jeroen Bosch hadden hem waarschijnlijk de stad uitgejaagd als hij in deze tijd had geleefd. Want hoe welkom zou Jeroen Bosch in deze stad zijn geweest anno nu? Een tijd waarin het stadsbestuur wars is van vooruitgangsdenken en van visioenen. En vooral insteekt op het verleden in plaats van op het heden.

De Stadsput, de Pieckepoort en het Sint Jansmuseum zijn daar voorbeelden van. En daar blijft het niet bij. Er gaan al stemmen op om het ingestorte pand van Pearle steen voor steen te herbouwen. En om het Stedelijk Museum (SM’s) volledig te laten opgaan in het Noordbrabants Museum. De vindingrijken en vernieuwers van deze tijd lijken het nakijken te hebben.

Nog een half jaar en dan is het Jeroen Bosch Jaar voorbij. Waar zet deze stad dan op in?

Wat de PvdA betreft is het nu aan de Jeroen Bosch’en van deze tijd. Aan de genieën van de toekomst. Als we hen de ruimte geven, doen we pas echt recht aan de vernieuwer Jeroen Bosch.

Mee praten over Den Bosch na het Jeroen Bosch Jaar? Kom dan naar het #BIEBdebat op vrijdag 24 juni in de StadsBIEB in Den Bosch.

LEES HIER MEER OVER HET #BIEBDEBAT