‘De tijd van makkelijke keuzes is voorbij’

Door Pieter Paul Slikker op 30 oktober 2019

De begroting van de stad. Daarin staan de keuzes van het stadsbestuur. Durven we de portemonnee te trekken voor grote maatschappelijke noden zoals het tekort aan betaalbare woningen, de duizenden Bosschenaren die leven in armoede, de haperende zorg en het toekomstige tekort voor onze festivals en culturele instellingen?

Hieronder de hoofdlijn zoals fractievoorzitter Pieter Paul Slikker die namens de Pvda Den Bosch inzette:

Schaarste in tijden van overvloed, dat is wat ‘s-Hertogenbosch de komende jaren te wachten staat. Dat voelden we al aankomen met Prinsjesdag. Want het is een wonderlijke tijd: terwijl de individuele bedrijfswinsten floreren en de staatsschuld met rasse schreden naar een historisch laag punt loopt zien we dat de gezamenlijke opgave momenteel niet kleiner maar groter wordt. En dan heb ik het niet alleen over de financiële uitdagingen die ons te wachten staan, maar bovenal over de maatschappelijke.

Want laat het even tot ons doordringen:
Nog nooit was de waarde van onze woningen zo hoog – terwijl er gelijktijdig zoveel mensen zich geen huis kunnen veroorloven;
Nog nooit waren de individuele inkomens van enkelen zo stevig – terwijl een groeiende groep inwoners in steeds hardnekkiger armoede leeft;
Nog nooit verwelkomden we zoveel toeristen en cultuursnuivers – terwijl in sommige wijken de achterstand niet kleiner maar groter dreigt te worden en de culturele instellingen en festivals in onze stad voor miljoenenbezuinigingen staan;

En nog nooit waren we gezamenlijk zo welvarend – terwijl de wachtlijsten bij onze wijkteams en de problemen in de jeugdzorg zo zorgwekkend zijn dat ze vlotte toegang tot zorg belemmeren;

Dat is geen typisch Bosch probleem. Op rijksniveau zien we de budgetten over de plinten klotsen terwijl de dorpen en steden moeten bezuinigen. Opschalingskorting, BTW-compensatie, een efficiencyslag in de jeugdzorg, trap-op-trap-af: het is armoe troef in gemeenteland en we verwachten van het stadsbestuur dan ook een zo sterk mogelijk signaal naar het Kabinet. Via de VNG, via een oproep van buurgemeenten, via de lobby in ons bekende circuits, het Kabinet hoort een duidelijke boodschap te krijgen: dit niet meer, dit niet langer, dit niet nog eens.

De realiteit dwingt tot keuzes. Het was onze wethouder financiën die het al zei: ‘met kaasschaven gaan we het niet redden, dan komen we op de korst’. Want dat is precies wat er aan de hand is.

Als we zelfs in tijden van overvloed nog eens extra schaarste mogen verdelen raken we het fundament van waar we als overheid voor horen te staan: zekerheid van inkomen of zorg als het je tegenzit, een gemeenschappelijke inspanning om woningen te bouwen voor inwoners die zich in de op hol geslagen woningmarkt geen raad weten.

Er zijn dan ook twee hoofdlijnen die ik met u wil delen. Een: volstaat de begroting voor 2020 de toets van deze maatschappelijke uitdagingen? Twee: hoe kijkt de Partij van de Arbeid naar de financiële en maatschappelijke opgave die opdoemt in de jaren 2021, 2022 en 2023?

Allereerst het jaar 2020. In het nieuwe beleid dat het stadsbestuur voorstelt aan de raad zien we positieve verbeteringen. Extra zorgwerkers bij onze huisartsen, meer budget voor dagbesteding, uitbreiding van het TOM-project voor jongeren die uitvallen, budget voor steunpunten voor onze ouderen, het leven met dementie in onze gemeente en het behouden van het World Skate Centre in de Spoorzone: dat is mooi werk en daar kunt u zich verzekeren van onze steun.

Maar we zien ook omissies:

Waar blijft de extra steun voor mensen in armoede en schulden? Na een uitstekend debat in de commissie sociaal over een discussienota van SP en PvdA zou er een werkgroep gestart worden door het College met betrokkenheid van de raad en de maatschappelijke organisaties die actief zijn in onze stad op het gebied van armoede– die melden zich inmiddels bij de ons om te vragen wanneer het stadsbestuur op dit vlak eindelijk uit de startblokken komt, hoe het staat met de centrale aanmelding, een ruimhartiger beleid voor bijzondere bijstand eén meer ruimte voor armoedebestrijders. Daarop verwachten we actie en dat zal niet zonder budget kunnen, wat de PvdA betreft is het overschot in de begroting wat vrij te besteden is door de raad dus ook gereserveerd voor de groeiende groep inwoners die langdurig in armoede verkeert – dat zullen we deze raad bij de begroting dan ook verzoeken.

En dit College mag dan voortvarender te werk gaan dan het vorige als het gaat om de realisatie van tijdelijke woningen en de aanpak van de enorme woningnood: er kan écht meer dan de drie ton in 2020 voor de realisatie van 75 tijdelijke woningen. Dat is een fraai begin – maar méér publieke kracht is hier noodzakelijk. Na decennia weten we immers dat de markt onvoldoende huizen realiseert, het is aan ons om die enorme nood van duizenden inwoners voortvarender ter hand te nemen.

Hetzelfde geldt voor de leefbaarheid in onze wijken – met de VVD hebben we hier al eerder gepleit voor extra capaciteit van jongerenwerkers, welzijnswerkers en handhavers in de wijken waar de leefbaarheid te wensen overlaat. Die ruimte is in de begroting niet gevonden. En datzelfde geldt voor ons cultuuraanbod.

Er ligt een in december te bespreken ambitieuze cultuurnota die extra ambities kent voor onze stad –prachtig! Maar de wrange realiteit is dat in een negatief scenario de festivals, podia en gezelschappen in onze stad van rijk en provincie miljoenen mìnder gaan krijgen. Méér ambitie met mìnder geld – dat wordt geen Cultuurstad van het Zuiden maar een kaalslag in het Zuiden. Ook daar zijn wij als lokale overheid meer dan nodig.

Deze begroting is wat het is: de tussenpaus onder de begrotingen. De mooie zaken die wij steunen ten spijt- het is uiteindelijke maatschappelijk nog onvoldoende en financieel onhoudbaar. Het echte werk wacht ons volgend voorjaar. Want waar het College in deze periode voor acht miljoen aan nieuw beleid voorstelt lopen we in 2021, 2022 en 2023 een tekort op van diezelfde omvang: acht miljoen. En dan hebben we dat eufemistische zinnetje over het structuurfonds, ‘op termijn is er een extra impuls van één miljoen nodig’ nog achterwege gelaten.

Op de keper beschouwd is wat het College voorstelt: vandaag de uitgaven verhogen om morgen met de bijl door de begroting te gaan. Het is de beproefde receptuur van de sneeuwschuiver: keuzes maken, prioriteren, dat kan wachten tot morgen.

Onverstandig. Want beleid wat we vandaag inzetten morgen weer afschaffen is de beste manier om ambtelijke uren, maatschappelijke verwachtingen en publieke euro’s te verbranden.

Wij roepen de collegepartijen dan ook nadrukkelijk op om een wat kritischer houding aan te nemen: zijn een langzaam verkeersbrug, een nieuwe parkeergarage en een groene onderwijsboulevard dé prioriteiten van dit moment? Of mag dat in de ijskast voor betere tijden?

En voor alle partijen in de raad geldt dat de tijd van makkelijke keuzes voorbij is. Meer betaalbare woningen, een solide Bossche basis in de zorg, sterke wijken en extra steun voor arme inwoners vraagt om een gezamenlijke inspanning.

De markt gaat het niet leveren, het Rijk gaat het niet betalen. Daarbij mogen er zaken in de ijskast of zelfs sneuvelen, maar wat ons betreft hoeft het heilige huisje van de inkomstenkant niet geschuwd te worden. Want als het om inkomsten gaat dan bungelen we als ’s-Hertogenbosch op het lijstje met de allerlaagste lastendruk.

In de gemiddelde stad ligt deze vele tientjes hoger, en zelfs in liberale Walhalla’s als Blaricum, Wassenaar en Baarn is de bijdrage aan de gemeenschappelijke inspanning meer dan 1,5 keer zo hoog als hier.

Dat is niet het niveau waar we naar toe hoeven en ook niet het niveau waar we naartoe willen. Maar als we een euro extra vragen van toeristen, drie euro per maand vragen van woningbezitters met een huis van 4 ton dat jaarlijks 25.000 euro meer waard wordt-, een vergelijkbaar bedrag vragen van bedrijven en een euro of twee per maand van inwoners met een kleiner koophuis – dan kunnen we met de miljoenen die dat oplevert een bak aan maatschappelijke noden het hoofd bieden.

Dat is geen makkelijk verhaal, maar we zitten niet in de politiek voor alleen maar makkelijke verhalen. Als we wachtlijsten van 10 jaar onverkoopbaar vinden, als we duizenden kinderen in armoede onverteerbaar vinden, als we een kaalslag op festivals en podia onwenselijk vinden dan is het tijd voor een nieuw sociaal contract.

Dan moeten we het lef hebben om tegen bedrijven, toeristen en inwoners met een koophuis te zeggen: als wij extra middelen oormerken voor die maatschappelijke noden, mogen we u dan vragen om één tot drie euro per maand? Omdat we in deze stad naar elkaar willen omkijken en als we met zo’n kleine bijdrage een ander kunnen helpen – dan doen wij dat.

Daarom zullen wij de komende weken met voorstellen komen die precies dat doen: een helpende hand bieden aan inwoners die aangewezen zijn op zorg of financiële ondersteuning, die op de huidige woningmarkt niet aan bod komen, perspectief schetsen voor onze festivals en culturele instellingen.

Want sterke inwoners weten zich geschraagd door een sterke stad. En het is dat waar wij voor kiezen.

Pieter Paul Slikker

Pieter Paul Slikker

Pieter Paul Slikker (‘s-Hertogenbosch, 1980) was in de periode 2014 -2022 raadslid en fractievoorzitter voor de PvdA-Den Bosch. Sinds mei 2022 is hij aan de slag als wethouder wonen, zorg en bestuurlijke vernieuwing. Zijn missie in de Bossche politiek is het terugdringen van de groeiende ongelijkheid: ‘Den Bosch is een prachtige stad, we vieren hier

Meer over Pieter Paul Slikker