Leerrecht

14 maart 2018

Op 15 maart is het weer de dag van de leerplicht. De leerplichtwet dateert uit 1969; ik was toen 4 jaar oud en ging naar de kleuterschool. Dat vond ik leuk en spannend.

Maar een wet is maar een wet en het woord leerplicht is echt niet meer van deze tijd. Ik vind dat we zouden moeten spreken van een leerrecht, want ieder kind heeft het recht om te leren en in het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind is dit ook opgenomen:

Elk kind heeft het recht op onderwijs dat hem/haar voorbereidt op een actief, verantwoordelijk leven als volwassene in een vrije samenleving met respect voor anderen en de omgeving.

Het verdrag dateert ook alweer van 1989. Ik was toen 24 jaar oud en net gestopt met mijn studie.

Hoewel cijfers en statistieken beweren dat het goed gaat met Nederlandse kinderen, zijn er wel blijvende zorgen. In 2014 stelde kinderombudsman Marc Dullaert: ‘Een op de negen kinderen leeft in armoede en goed onderwijs op maat voor kinderen die extra zorg nodig hebben, wordt maar geen vanzelfsprekendheid.’

Goed onderwijs is onderwijs dat uitdaagt en dat recht doet aan de drie psychologische basisbehoeften van ieder mens; relatie, autonomie en competentie.

In het mbo zien we op meerdere plaatsen hybride leeromgevingen ontstaan. Dit is een omgeving waarin praktijk en theorie dusdanig zijn verweven dat deze in hoge mate overeenkomt met de authentieke beroepspraktijk.

De school als het echte leven dus en zo hoort het ook te zijn. De school is een leergemeenschap, maar de school zou ook en vooral een leefgemeenschap moeten zijn.

Een plek waar je graag naar toe gaat om jezelf te ontwikkelen; als vakman of vakvrouw, als burger en als mens. Een plek waar je soms in de schoolbankjes zit en soms in een praktijkomgeving werkt. Een plek waar aandacht is voor vaktechniek, maar ook voor het ontwikkelen van een attitude en positieve levenshouding. Een plek waar je het leven leert. Een plek ook waar we als professionals ons stinkende best doen en het goede voorbeeld geven. Een plek waar we erkennen dat al onze leerlingen zorg en aandacht nodig hebben en dat sommige leerlingen extra zorg en aandacht nodig hebben.

En dan nog moeten we ons realiseren dat er kinderen zijn die niet gemaakt zijn voor school en de school verlaten zonder startkwalificatie. Als samenleving is het onze plicht om ook hen te begeleiden naar een volwaardige plek in de maatschappij.