Vijf vragen aan… Marcia van der Wens
Wanneer werd je lid van de PvdA en waarom werd je lid?
Dat was in 2001. Pim Fortuyn kreeg veel aandacht in de pers. Als hij sprak, wist hij mensen mee te krijgen terwijl het mij soms beangstigde wat hij zei. Hoewel het in Nederland naar mijn idee zeer prettig wonen was en er veel goed geregeld was, leek hij mensen te willen overtuigen van het tegendeel. Als hij sprak leek hij al zijn overtuigingskracht te gebruiken om negatieve gevoelens en gedachtes in de mens naar boven te halen. Ik hoorde hem iets vertellen in de trant van ‘Nederlanders voelen zich ontheemd in hun eigen land’ Er waren duidelijk mensen die hier door beïnvloed werden en zij lieten dat vol trots weten.
Ik dacht; dit gaat totaal de verkeerde kant op, als er iets is dat een land onveiliger maakt is het tweestrijd en ongelijkheid. Graag wilde ik dat er ook een tegengeluid kwam en ik zocht naar een manier om te laten weten dat ik zou willen dat in Nederland het steven meer gelijkheid hoog in het vaandel stond. Daarmee bedoel ik niet dat we meer op elkaar lijken natuurlijk, diversiteit is juist een groot goed. Ik wilde dat Nederland een land was met mogelijkheden voor iedereen en de mogelijkheid te leven in een samenleving waarin je mensen ontmoet die verschillend denken, leven én elkaar respecteren.
Je hebt een druk leven, wat doe je allemaal?
Met mijn man, Patrick heb ik drie kinderen tussen de 9 en 14 jaar. Die kinderen zijn dol op spelletjes en sporten dus daar kun je al heel druk mee zijn. Onze oudste zoon is doof en gaat naar het regulier onderwijs. We zijn trots dat dat lukt maar dat vraagt wel meer begeleiding.
Daarnaast werk ik als co-teacher en coördinator passend onderwijs. Dat doe ik op basisschool ’t Schrijverke daar willen we kinderen graag zien ontwikkelen maar als leerkrachten houden we ons ook bezig met onderwijsvernieuwingen. Zo hebben we een heuse onderwijsonderneming opgezet. Een kunstuitleen die kunst dichter bij kinderen brengt maar ook een functie heeft in maatschappelijke verbinding in de wijk.
Aangezien ik in de toekomst onderzoek, politiek en praktijk dichter bij elkaar wil brengen studeer ik daarnaast ook onderwijswetenschappen.
Heb je nog tijd om de lokale politiek te volgen en hoe vind je dat we het doen als oppositiepartij?
Heel eerlijk, je hebt gehoord waar ik zoal mee bezig ben. De lokale politiek op de voet volgen, past niet echt in mijn schema. Ik heb vertrouwen in onze raadsleden en als er iets speelt waar ik iets over kwijt wil of juist wil weten, dan zijn de PvdA-raadsleden zeer toegankelijk. Vooral over onderwijs heb ik zo nu en dan contact met Osman. Hij weet mij ook wel te vinden als hij meer over de effecten van een regeling in de praktijk wil weten.
Je werkt in het onderwijs, de PvdA presenteerde onlangs een initiatiefnota in met veertien voorstellen om de tweedeling en ongelijkheid in het onderwijs te lijf te gaan (zie Initiatiefnota “Gelijke onderwijskansen”)Wat kun jij vanuit jouw rol doen om kansenongelijkheid tegen te gaan?
Heel erg goed dat de PvdA zich hier zo voor inzet. In de dagelijkse onderwijspraktijk zet ook ik me in om kansenongelijkheid tegen te gaan. Kinderen die meer ondersteuning nodig hebben moeten de kans krijgen in de wijk naar school te gaan en zich ook daar sociaal te kunnen ontwikkelen. Juist zij hebben nu en later thuisnabij een netwerk nodig om te kunnen functioneren in de participatiemaatschappij. Bovendien wordt enorm onderschat wat zij kunnen bieden. Kinderen die erg energiek zijn bijvoorbeeld, dat komt later best van pas. Het is wel belangrijk dat ze die energie leren gebruiken en zichzelf zo ontwikkelen dat ze daar geen last van hebben bij het leren en ontwikkelen.
De gemeente Den Bosch heeft naar mijn idee nog wel een opdracht hierin met betrekking tot schoolgebouwen. De invloed die de gemeente heeft wordt wellicht onderschat. Een schoolgebouw moet geschikt zijn om kinderen onderwijs gecombineerd met zorg te bieden. In de Brede Scholen is dit al wel mogelijk maar die zijn er niet in alle wijken. Dat is iets dat ik graag blijf aankaarten in de gemeente.
Dat hoort bij het zorgen dat kinderen gelijke kansen hebben.
In de initiatiefnota met veertien voorstellen staat vernoemd dat leraren beter opgeleid en gewaardeerd moeten worden. Als laatste onderdeel staat dat leraren meer tijd moeten krijgen om hun lessen voor te bereiden, elkaar feedback te geven en kinderen individueel te begeleiden. Dat is cruciaal voor onderwijsontwikkeling. Vooral ook dat de leerkracht zijn (of meestal haar) expertise ook in kan zetten. Veel leraren hebben extra opleidingen voltooid waarvan ze de kennis en vaardigheden niet kunnen toepassen voor de hele school doordat ze alle tijd in de eigen klas staan.
Heb je voor de toekomst nog politieke ambities?
Mijn ambitie is vooral dat ik iets teweeg wil brengen; Ik wil onderzoek, politiek en onderwijspraktijk dichter bij elkaar brengen. Het zou zo maar kunnen dat het daarvoor nodig is om (deels) uit de praktijk te stappen en me op politiek vlak in te gaan zetten. Dan zou ik dat graag doen voor de PvdA, de partij waarmee ik normen en waarden deel.