Bij mijn tweede commissievergadering als nieuwbakken raadslid was het meteen raak. De Bossche theatersoap deel 3 werd opgevoerd in de politieke arena. Een voorstel met plussen en minnen waarin de balans ten positieve uitviel.
Nog geen jaar geleden ging het prachtige UN-studio ontwerp van tafel. Te kostbaar. Het toenmalige stadsbestuur kwam terug met een voorstel waarbij locatie –de Parade- en prijs -50 miljoen, prijspeil 2013- de uitgangspunten vormden. Een tweede zaal dreigde te sneuvelen.
De PvdA kwam samen met o.a. GroenLinks met een alternatief. Omdat de inhoud wat ons betreft leidend moet zijn als het gaat om het theater van de toekomst. Een theater dat zowel huiskamer van onze stad is, een regionale functie kent voor nationale en internationale gezelschappen en waarbij de exploitatie geholpen kan worden door verhuur van ruimten. Dat vraagt om een combinatie van een grote en een middelgrote zaal met daarnaast een foyer.
Dat voorstel haalde het in juli 2017. En het deed ons dan ook deugd dat die basis terugkwam in het coalitieakkoord. Onze inwoners, cultuur-minnende regiobewoners, het theater én haar medewerkers hebben géén baat bij nog eens tien jaar discussie over een nieuw theater. De Bossche theatersoap moet een keer ten einde komen.
Daarom is de PvdA voor de bouw van dit theater. Niet omdat het ons ideale theater is. Want als je het huidige voorstel bekijkt zie je duidelijke minnen. Ik noem bijvoorbeeld het laden en lossen aan de voorkant, waarvoor geen alternatief is, behalve de peperdure ondergrondse variant. Dat maakt dat de aanblik van het theater aan de voorkant niet is wat we er van hoopten. Maar dat is nu eenmaal het manco van deze culturele ambities waar willen maken op exact deze plek.
Dat is echter een realiteit waar we mee te maken hebben met veertien partijen in de raad die allen een andere wens voor het theater hebben. Ik trek dan ook de conclusie dat dit het theater van het compromis is. Maar de inhoud is overeind gebleven. In het theater van het compromis kan men compromisloos kunst en cultuur een plek geven; van opera tot Oeteldonk. Die ambitie hoort deze stad te hebben als we inhoud willen geven aan de belofte van Cultuurstad van het Zuiden.
Ook hebben we aangedrongen op een drietal verbeteringen.
Allereerst hebben we als PvdA onze zorgen geuit over de exploitatie. Het nieuwe theater moet met gelijke subsidie een sluitende exploitatie kunnen draaien. Daar zit natuurlijk een risico, als de toekomst weerbarstiger blijkt, moet er geld bij. Ondanks dat we daar allen niet van uit gaan, zouden wij dus graag willen zien dat eventuele tegenvallers niet op de cultuurbegroting landen. Dan zou het brede Bossche cultuuraanbod moeten bloeden voor eventuele tegenvallers bij een nieuw theater.
Ook de uitstraling baart ons zorgen. Een theater is idealiter een zo transparant mogelijke gelegenheid waar stad, kunst en cultuur in elkaar overlopen. Gezien het inpandig laden en lossen aan de voorkant lopen we het risico tegen een logistiek verkeersknooppunt aan te kijken. Daarom willen wij dat er gestalte gegeven wordt aan het behouden van dat open karakter zodat het theater een open huis is voor de bezoekers van de Parade en het theater. Daarom hebben we aangegeven dat wij graag een hele scherpe opdracht zien aan architect en aannemer.
Tenslotte is een duidelijke afstemming met de andere podia noodzakelijk. Het gevarieerde cultuuraanbod in de stad vraagt om overleg en afstelling zodat men elkaar versterkt en niet beconcurreert.
Laten we, ondanks deze zorgen, de knoop als politiek wel doorhakken.
Zodat we niet binnenkort de Bossche Theatersoap deel 4 en 5 hoeven mee te maken.