Passend onderwijs blijft een uitdaging, ook voor het speciaal onderwijs
inleiding bij het #BIEBdebat van 29 mei over Passend Onderwijs
Toen ik in oktober 2000 bij de Rietlanden begon, bestond de school uit twee afdelingen; de SO afdeling met 4 groepen en de VSO afdeling met 7 groepen.
Het ministerie van onderwijs vond aan begin van deze eeuw dat het anders moest met de toelating van leerlingen en met de wet op de expertisecentra werd er een onafhankelijke indicatiecommissie in het leven geroepen, die ging beoordelen of kinderen en jongeren naar het speciaal onderwijs konden. Men hoopte zo de toestroom van leerlingen naar het speciaal onderwijs zelf in de hand te kunnen houden. Inmiddels weten we wel anders. In de loop der jaren is bij ons het aantal groepen toen gegroeid naar 17 ….. per afdelingen!!
Aan deze ‘open einde financiering’, die bergen met geld kostte, moest wel een einde komen en dus bedacht men iets nieuws, om de toestroom naar het speciaal onderwijs een halt toe te roepen. En zo is vorig jaar 1 augustus de wet op het Passend onderwijs in werking getreden.
Wat betekent Passend Onderwijs nu voor het speciaal onderwijs?
Door passend onderwijs is de verhouding tussen regulier en speciaal onderwijs veranderd. De overheid benadrukt dat het geen bezuinigingsmaatregel is, maar dat het geld anders wordt verdeeld. Het doel is dat kinderen zoveel als mogelijk in het reguliere onderwijs verblijven. Het speciaal onderwijs gaat dan vanzelf krimpen.
De financiering van het speciaal onderwijs verloopt vanaf nu ook via het SWV. Daar komen de gelden binnen.
Binnen de Meierij zitten er op dit moment, vergeleken met de landelijke percentages, teveel leerlingen in het speciaal onderwijs. Men moet dan ook terug in aantal leerlingen in het speciaal onderwijs en heeft hiervoor een aantal jaren de tijd (en financiële ruimte). Daarna moeten de scholen van het SWV het teveel aan leerlingen in het Speciaal Onderwijs zelf gaan bekostigen.
Al met al een hele operatie, die wij binnen onze school op gebied van (een krimpende) formatie nu al beginnen te merken.
Laat ik duidelijk zijn, passend onderwijs kan niet zonder speciaal onderwijs. Bij de invoering van Passend Onderwijs is ook duidelijk gesteld dat de expertise van speciaal onderwijs behouden moet blijven. Er zullen namelijk altijd leerlingen zijn, die blijven aangewezen op speciaal onderwijs.
Wij hebben als ZMOK school (school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen) de beeldvorming soms tegen gehad en er zijn ook altijd wel ouders geweest die hun kind liever niet op de Rietlanden wilden plaatsen.
Toch wil ik het volgende naar voren brengen, voor degene die menen dat men liever een kind in het reguliere onderwijs wil hebben:
- We dachten dat we al in het huidige schooljaar in leerlingaantal zouden teruglopen. Maar wat bleek, we behielden het zelfde aantal leerlingen. De aanmeldingen van, met name eerstejaars leerlingen, nam toe. Het leek of ouders vorig jaar nog snel gebruik wilden maken van de (oude CvI-)beschikking die ze hadden, om hun kind aan te melden. Blijkbaar voorzag onze school in een onderwijsbehoefte en was het beeld van de Rietlanden nog niet zo slecht.
Of waren ouders nog niet klaar voor passend onderwijs?
Of dacht men dat het reguliere onderwijs er nog niet aan toe was, om hun kind ‘met een handicap’ adequaat op te vangen?
- Toen we wilden voorsorteren op Passend Onderwijs en leerlingen al vorig schooljaar naar het regulier onderwijs wilden gaan plaatsen, dachten wij dat we ouders met een blijde boodschap konden verrassen. Echter, tot onze verbazing reageerde ouders afwijzend en met een ‘lichte paniek’. Een enkele brak in tranen uit. De ervaringen met hun kind, binnen reguliere onderwijs, waren van dien aard geweest, dat men met schrik en beven aan de terugplaatsing dacht. Bang dat men weer het zelfde zou gaan meemaken met hun kind.
Hier ligt dus een duidelijke opdracht voor ons als school. We zullen vanaf nu meer en meer en in een vroeg stadium met ouders in overleg moeten gaan om te kijken of en wanneer hun kind terug kan naar het regulier onderwijs. Hier moet voor ons, als speciaal onderwijs, duidelijk ook een omslag in denken plaatsvinden. Bij aanmeldgesprek wordt daarom al aangegeven dat we, waar mogelijk gaan werken aan terugkeer naar regulier onderwijs.
Specifiek kijkend naar onze school, merk ik dat wij een afweging voor plaatsing naar het reguliere soms nog moeilijk vinden. Voor ons gevoel moet de kans van slagen erg groot zijn, omdat we de leerling willen behoeden voor een negatieve ervaring van het alsnog niet slagen. Er gaat hier veel discussie en overleg intern aan vooraf, voordat we dit ook aan ouders kenbaar gaan maken.
Om een overgang goed te laten verlopen is er in een vroeg stadium overleg met de ‘nieuwe’ (reguliere) school. Er vindt overdracht plaats ( aangegeven wordt wat deze leerling specifiek nog nodig heeft) en er wordt vaak (na overleg) gekozen voor een ’proefperiode’ voor de zomervakantie. Bij twijfel willen scholen nog wel eens kiezen voor een proefperiode in het nieuwe schooljaar!
Een ‘bijeffect’ van Passend Onderwijs is ook, dat we worden geconfronteerd met ouders, die zelf vinden dat hun kind per omgaande naar het reguliere onderwijs moet.
“Passend onderwijs betekent toch dat de reguliere scholen vanaf nu ook kunnen omgaan met de problematiek van ons kind.”
Vaak zijn wij van mening dat hun kind er (nog) niet aan toe is en aan ons dan de taak om deze ouders hiervan te overtuigen. En dat,….. kan ik u verzekeren, zijn soms lastige gesprekken.
Ik zei het al eerder, we hebben te maken met bezuinigingen en daarmee met een terugloop in formatie bij ons op school en met klassen die groter worden.
En terwijl men in de toekomst de expertise vanuit speciaal onderwijs wil inzetten ten behoeve van het reguliere onderwijs hebben wij te maken met beperking in tijd en menskracht Dat wordt dus nog een hele opgave voor ons
Ik ervaar dat als een knelpunt met betrekking tot Passend Onderwijs.
Tot slot, wat betekent Passend onderwijs nog meer voor speciaal onderwijs, op het personele vlak?
De terugloop van leerlingen is natuurlijk ook van invloed op onze formatie. En die terugloop kan snel gaan.
Tot nog toe, zo lijkt het wel eens, lijken leerkrachten zich nog onvoldoende bewust hiervan of wil men er niet aan denken.
Vanuit het SWV is al wel een duidelijk signaal gegeven en men adviseert dan ook de besturen om hun onderwijspersoneel een
2e graad bevoegdheid te laten gaan halen, om zo breder inzetbaar te zijn, bij verlies van hun baan in het Speciaal onderwijs
Laat ik positief afsluiten en laat ik Passend Onderwijs als een uitdaging zien, namelijk;
Dat het Regulier onderwijs en het Speciaal Onderwijs, meer en meer samen op gaan trekken en dat dit alles ten goede komt van de leerlingen.