Vijf vragen aan mevrouw Anderson- Kolumbis
Als 18 jarige aan de voeten van Drees
Den Bosch, 1 mei 2017
1) Mevrouw Anderson, waarom bent u lid geworden van de Partij van de Arbeid?
‘Dat weet ik nog goed, Ik was 18 jaar en ik zie me zo zitten aan de voeten van Drees. Het was in het Beursgebouw. Ik weet niet eens of het de oprichting was of een lezing. 1947 moet het zijn geweest en Willem Drees sprak over ouderen. Er werd ook gesproken over ‘arbeiders’, dat zij na een leven harde arbeid toch ook een fatsoenlijk inkomen moesten hebben en dat we solidair moesten zijn met arme ouderen hier in Nederland. Nou kwam ik niet uit een arbeiders gezin en mijn ouders deden niet aan politiek, hoewel het sociale mensen waren. Maar ik werd gegrepen door die gedachten. Er werd over ‘arbeiders’ nog vaak neerbuigend gedacht bij ‘de elite’. Ik vond dat je solidair moest zijn en dat vooral onderwijs de weg was. Dat je je leven kon beheersen als ook de arbeiders onderwijs kregen. Toen werd ik lid van de PvdA. Maar ik trouwde en het was snel afgelopen met werk en onderwijs voor mij. Mijn man kreeg beter werk en ging VVD stemmen. Maar ik bleef PvdA.
2) Was u ook politiek actief voor de PvdA?
O ja, ik heb in het begin ook in de ‘fakkeloptocht’ meegelopen. Maar op een gegeven moment heb ik het lidmaatschap laten verwateren. Maar na mijn scheiding toen ik 45 jaar geleden in Den Bosch ben komen wonen, dacht ik nu moet het maar weer. Ik vind de PvdA nog altijd de partij van ‘de kritische gedachte. Het samenleven is niet zo simpel. Een mens moet de wereld kritisch beschouwen. Dat past bij mij, ik ben ook altijd kritisch. Bij de Partij van de Arbeid konden alle mensen van allerlei achtergronden het met elkaar vinden. Arbeiders, mensen uit die zogenaamde elite, met hoge of lage opleiding, met verschillende geloven, afkomst, van andere landen, ouderen, jongeren, iedereen is welkom bij de Partij van de Arbeid. Ook om gehandicapten zoveel mogelijk bij de samenleving te betrekken, daar staat de PvdA voor. Bij de opening van het jaar voor gehandicapten (1981) in de Ridderzaal heb ik een lezing gehouden over ‘Het toeval: Wat er gebeurd als je kind gehandicapt is.’Dat iedereen mensen ontmoet die ie iets mankeren. Mijn zoon (52) is doof en omdat dat pas op zijn twaalfde werd onderkend is hij lang verkeerd behandeld. Ik ben daar ook strijdbaar door gebleven. De uitdaging voor elke mens is te accepteren dat we verschillend zijn en dat je moet leren elkaar te verstaan.
3) Wat vindt u er van dat we de verkiezingen nu zo verloren hebben?
‘Juist omdat er bij de PvdA zoveel verschillende mensen samenkomen, is het nu moeilijk. De mensen willen elkaar tegenwoordig alleen tegen komen in hetzelfde straatje. Terwijl het gaat om elkaar ontmoeten en samen verder gaan.’ Zo’n strijd tussen Samsom en Asscher daar snap ik niks van. Allebei goeie mensen, ze moeten verbinden.’
4) Hoe vindt u dat wij van de PvdA het in Den Bosch doen?
Het contact met de PvdA Den Bosch vind ik heel plezierig. Dat ik bezoek kreeg van het ombudsteam en van jou, van de PvdA Den Bosch. Ik heb geen email, dus ik ben blij dat ik zo nu en dan met iemand van de PvdA kan bellen. Het contact komt ook door de roos die jullie op 1 mei komen brengen. Dat David en ik uitgenodigd waren bij de Dialoogtafel, dat vond ik zo’n fijne gesprekken.
5) Een advies voor de PvdA Den Bosch? Hoe nu verder?
‘Jullie moeten met goede moed door gaan in de Gemeenteraad. Contact met de mensen houden en tussen de mensen in gaan staan. Onze idealen uit blijven dragen. Goed blijven samenwerken. Momenteel is de politiek een kwestie van de strijd om de macht en dat moeten wij niet willen.’