Hieronder de inbreng van fractievoorzitter Pieter Paul Slikker in het debat om de voorjaarsnota op dinsdag 7 juli.
Voorzitter,
Juist in moeilijke tijden, als er banen op de tocht staan, als eenzaamheid op de loer ligt, als er een zware last rust op de schouders van publieke werkers en als sociale vooruitgang een generatie jonge pechvogels uit de handen dreigt te glippen- juist dan doet politiek er toe. En juist dan doen begrotingen er toe.
Het was een van de reuzen van de Nederlandse politieke geschiedenis – Hans van Mierlo- die op dat belang ooit treffend wees. Hij sprak de woorden dat je een begroting kunt vergelijken met ‘een deken in de winter. Want als de een ‘m naar zich toetrekt, dan ligt de ander in de kou.’
Een rake formulering als u het mij vraagt.
Want juist als in economische en maatschappelijke zin de winter voor de deur staat is het van ongekend belang dat deken die wij bieden zoveel als mogelijk comfort biedt aan de samenleving die wij dienen.
Een begroting is geen excelsheet die we sluitend proberen te krijgen. Een begroting weerspiegelt waar we naar omzien, naar wíe we omzien, en hoe we in tijden van economisch ontij de lasten zo eerlijk als mogelijk willen verdelen.
En voorzitter, het is een feit dat wij daar in deze zaal met grote regelmaat van mening over verschillen. Om maar een willekeurig voorbeeld te noemen – over de vraag of de woonlasten voor huizenbezitters mogen stijgen om het sociale grondvlak van deze stad te versterken wordt hier nog weleens een debatje gevoerd.
Maar het is ook een feit dat er mooie zaken tot stand komen als we ondanks die verschillen elkaar tóch proberen te vinden en we daar in slagen.
En voorzitter, ik spreek hier vanavond dan ook niet zozeer als een trotste fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid, maar vooral als een trotse volksvertegenwoordiger van de gemeente ’s-Hertogenbosch. Omdat we met 38 collega’s van in totaal 13 partijen stuk voor stuk bereid zijn geweest om hier en daar een veer te laten in dienst van het geheel.
Daarmee omarmen we –gezamenlijk- de op zichzelf onwelkome opdracht om voor een aantal miljoen aan bezuinigingen voor onze rekening te nemen omdat we zien dat we in neergaand tij verkeren. En we repareren een fors aantal keuzes van het College die wij, vanuit onze rol als eigenwijze volksvertegenwoordiger, liever anders zien:
– Het potje sociale activiteiten voor de allerarmsten blijft overeind;
– Oud én jong blijven we stimuleren om te bewegen en te sporten;
– Kinderen met een handicap kunnen langer en in grotere aantallen gebruik blijven maken van het leerlingenvervoer;
– We geven buurthuizen en wijkcentra langer respijt en houden natuureducatie, van MINC tot het Groene Pad, overeind;
En ja voorzitter, dat doet ook een beetje pijn. Want er zijn zaken die mijn fractie ook aan het hart gaan waar we geen vergelijk op vonden. En u weet dat in de dekkingen wij ook soms andere voorstellen hebben gedaan. Al kunnen wij ons van harte vinden in het meer kostendekkend maken van onze tarieven, het kritisch kijken naar gemeenschappelijke regelingen, de eigen uitgaven en ja, wij vragen ook van ganser harte een paar dubbeltjes extra aan de toeristen die onze prachtige stad willen bezoeken.
Voorzitter, we hebben allen de neiging weerstaan om de deken naar ons toe te trekken. En de resultante is een beter resultaat in dienst van het geheel.
En daar dankt mijn fractie uw raad voor.
Dank u wel.