28 januari 2021

Een bijzondere krantenbezorger

Eric Stolzenbach is krantenbezorger. Een bijzondere krantenbezorger welteverstaan omdat hij ondanks zijn beperkingen: spasme, slechthorendheid en een motorisch beperking volwaardig deelneemt aan onze samenleving. Elke nacht staat hij om 3.00 uur op om ervoor te zorgen dat alle kranten voor 07.00 uur in de bus liggen. Zijn hart ligt in Suriname waar hij elk jaar op vakantie gaat.

Ik heb een paar vragen aan Eric.

Hij is moe als ik hem spreek. In slechte weersomstandigheden, regen en kou, bezorgde hij in alle vroegte in twee wijken negen verschillende kranten. Hij wil graag weer naar Suriname waar het lekker warm is. Als het mag wil hij in maart daar weer naar toe.

Het werk is zwaar. Eric staat om 03.00 uur op. Dan kleedt hij zich snel om en kijkt even naar het nieuws. Voor een ontbijt is het nog te vroeg. Rond half vier pakt hij zijn fiets en rijdt hij naar het depot waar hij even later ook de jongere krantenbezorgers ontmoet.  ‘De Pot’ noemen ze deze plek onder elkaar. Daar aangekomen laadt hij de kranten in zijn bakfiets: Brabants Dagblad, Parool, De Telegraaf, Volkskrant, Algemeen dagblad, NRC Next, Trouw, Reformatorisch Dagblad en het Financieel Dagblad. Als de kranten om half vijf in de bak van zijn fiets liggen gaat het bezorgen beginnen en fietst hij de wijken in.

Het bezorgen van de kranten is een eenzame activiteit. In de vroege ochtend is er bijna niemand op straat. Het voordeel is dat Eric nu tijdens zijn werk niet bang hoeft te zijn voor Corona. Hij werkt immers veel alleen. Niemand kan hem besmetten.

Mondkapjes belemmeren hem nu wel in het contact met anderen. Eric moet om de ander te kunnen verstaan een goed lipbeeld hebben. Als mensen een mondkapje op hebben is liplezen niet mogelijk. Eric heeft een normaal gehoorapparaat, zonder is hij echt doof. Zijn gehoor is niet meer geschikt om het te laten opereren. Een CI (cochleair implantaat) kan bij hem niet geplaatst worden.

Hij heeft nu last van zijn arm. Dat is even lastig. Voor de spasmes is Eric heel zijn jeugd behandeld; op zijn 15e jaar wilde hij op eigen verzoek de medicijnen afbouwen. Gelukkig pakte dat erg goed uit en namen zijn spasmes af. Hij praat er gemakkelijk over: heeft nooit moeite gehad met zijn spasmes; hij had ze al vroeg, het hoorde erbij.

Doordat zijn voeten niet goed stonden moest hij ook een operatie ondergaan om zijn voeten te corrigeren. Daarvoor heeft hij ook een tijdje in het gips gezeten. Deze ingreep heeft ervoor gezorgd dat Eric weer bijna normaal kan lopen. Niet perfect misschien maar voldoende goed om weer deel te nemen aan het dagelijks leven.

Als Eric rond half acht weer thuis is, gaat hij onmiddellijk weer naar bed. Eric slaapt, als iedereen wakker wordt. Hij slaapt tot een uur of 12.00 uur. Zijn werkschema is te vergelijken met iemand die op een zeilboot naar een verre bestemming zeilt. Vier uur op en vier uur af. Tussen door slaapt en eet hij. Dit schema houdt hij zes dagen in de week vol.

Het werk is intensief. Hoewel de meeste mensen hem niet zien als hij werkt, voelt hij zich toch gewaardeerd. Rond kerstmis geven zijn klanten hem een fooitje. Dat geeft een goed gevoel. Soms wordt Eric binnengevraagd voor een kopje koffie. Het geeft Eric voldoening dat hij door de mensen gezien wordt. Bijzonder was de komst van toenmalig burgemeester Rombouts op zijn 55-ste verjaardag. Die zette hem vol in het zonnetje. Als hij 60 is, komt er weer een goed feest.

Eric heeft een droom: om eerder te stoppen met werken en naar Suriname te verhuizen. Hij zoekt rust en dat is wat ie hier mist.

Suriname heeft hem ooit hem ooit min of meer gered. Jaren geleden zat Eric in de schuldsanering en tijdelijk ook in de daklozenopvang. Dat was echt een zware tijd. Hij stond er toen helemaal alleen voor. Ook met zijn moeder heeft hij geen contact meer. Alles zat vast, en hij ervoer het alsof niemand hem wilde helpen. Toen is hij van zijn laatste centen naar Suriname vertrokken. Op de een of andere manier werd toen duidelijk dat hij echt in nood zat. Eindelijk kwam de hulp op gang.  Na heel veel geregel kon hij via het Inloopschip bijstand regelen. Uiteindelijk heeft Eric 15 maanden bij het Inloopschip en de crisisopvang gezeten.

Hij is ontzettend blij dat hij daar weer uit is, maar het was ook ongelofelijk zwaar. Nu staat hij geheel op eigen benen. Alles heeft hij zelf geregeld. Zijn bewindvoerder helpt hem nu nog wel met zijn financiën. En dat pakt goed uit. Zo spaart Eric nu elk maand voor een vakantie in Suriname. Wat eens een toevluchtsoord was, is nu zijn paradijs. Het is er lekker warm en rustig. Hij houdt van het leven daar.

Zijn droom is daar uiteindelijk te gaan wonen. Eric is alleen; heeft een voorliefde voor zwarte vrouwen. Het zou mooi zijn in Suriname een levensgezel te ontmoeten, iemand die bij hem past. Alleen is maar alleen. Ook daarom kijkt hij uit naar Suriname. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.

(met dank aan Eric Stolzenbach).

Jos Oerlemans