Door op 8 oktober 2013

Debat Milleniumdoelen, 21 september

Voor de zesde keer heeft de gemeente Den Bosch subsidies uitgekeerd aan een zestal organisaties die zich inzetten voor het verwezenlijken van de Millenniumdoelen. In de Verkadefabriek in Den Bosch ging wethouder Jeroen Weijers zaterdag met aanwezigen in debat over het spanningsveld tussen handel en ontwikkelingshulp.

Aanleiding voor het debat, aan de hand van een tweetal stellingen, is het beleid van verantwoordelijk minister Lilianne Ploumen. Zij wil in de toekomst meer inzetten op handel met derde wereldlanden en ontwikkelingshulp afbouwen. Het is goed om in te zetten op handel, was de consensus in de zaal. Maar het zijn de mensen daar die er van moeten profiteren, niet bedrijven in het westen.

Wethouder Weijers zei het beleid van de minister te steunen, met de kanttekening dat het een het ander wat hem betreft niet uitsluit. “Traditionele ontwikkelingshulp in de vorm van geld blijft nodig voor de aller kwetsbaarste van deze wereld.” Minister Ploumen zou eigenlijk haar opwachting maken tijdens het debat, maar werd op het laatste moment door de PvdA-top naar de politieke ledenraad in Zwolle geroepen voor het JSF-debat.

De zes organisaties uit Den Bosch en omgeving die dit jaar een bedrag ontvangen in het kader van de Millenniumdoelen zijn Stichting Stepping Stone (5.000 euro voor een gereedschapsbibliotheek in Liberia), Stichting Elayi (1.700 euro voor de bouw van een buurthuis in Togo), Stichting Toekomst voor Haïti (5.200 euro voor de bouw van een school in Haïti), De Haren school (6.500 euro voor twee kleuterklassen in Roemenië), Stichting Kumbatio (1.000 euro voor onderwijs in een kindertehuis in Kenia), Stichting Kansarmen Sri Lanka (7.500 euro voor de bouw van een waterput en -toren in Sri Lanka).

Jan Vos,bestuurslid PvdA ‘s-Hertogenbosch

Reactie Lianne Ploumen op de bijenkomst in de Verkadefabriek.

Het was  jammer  er niet bij te kunnen zijn. Zo te zien was het een goede en goed georganiseerde bijeenkomst, waarbij natuurlijk ook door jullie afdeling veel werk verzet is.

Ik ga hierbij nog even in op jullie opmerkingen over hulp en handel. Zowel in het artikel en in het verslag worden hierover een aantal opmerkingen gemaakt.

Laat ik voorop stellen dat handel nooit in de plaats van hulp hoeft te komen. Mijn portefeuille is immers ook de minister voor os en handel. Geen of! Er zal altijd een vorm van OS moeten blijven. De bezuinigingen op OS ( die ik bij mijn aantreden al pijnlijk noemde) zijn ook zeker niet de reden dat handel en os nu op een ministerie zijn terecht gekomen.  Al veel langer vragen wij om het samen gaan van deze 2 ( vergelijk bijvoorbeeld maar eens wat hierover in het verkiezingsprogramma van 2010 al stond).

Echte hulp blijft altijd nodig, nog onlangs was ik in de vluchtelingenkampen van Syrië, alle hulp is daar nu heel hard nodig, met handel hebben zij niets van doen.  Maar nog niet zo heel lang geleden was ik ook in Zuid-Sudan. We gingen daar naartoe voor een bezoek aan de hulpprojecten waarbij wij betrokken zijn, een moeilijk en arm land. Maar zelfs daar vroeg men aan mij om de volgende keer ook Nederlandse bedrijven mee te nemen om te kijken of er mogelijkheden waren voor de toekomst.

Hetzelfde geldt voor het creëren van eerlijke mogelijkheden voor handel. Onlangs maakte ik samen met staatssecretaris Weekers een goed begin met het heronderhandelen van belastingverdragen met arme landen. Zodat zich ontwikkelende landen ook daadwerkelijk zich kunnen ontwikkelen en niet oplopen tegen grote barrières.

Een ander voorbeeld, de misstanden in de textielsector van Bangladesh. Niemand wil dat kleding gemaakt wordt in slechte omstandigheden. Als we kleding kopen voor onze kinderen mag het niet door kinderen gemaakt worden. Ik heb geld vrij gemaakt voor inspecteurs in de fabrieken, maar ik spreek ook de kledingindustrie aan als ze deze misstanden laten bestaan. Kortom hulp en handel.

Ik hoop hiermee in te zijn gegaan op jullie vragen.

Een heel hartelijke groet Lilianne Ploumen