Over mensen, stenen, kelders en Bossche cultuurhistorie

20 januari 2018

Terwijl een groot aantal leden campagne aan het voeren was in de Muntel, was ik op pad met het Bosch Keldergenootschap. Een illuster genootschap dat is voortgekomen uit de cursus Boschologie.

In 1996 ontstond de Module Bossche Kelders en door een aantal cursisten werd in 1998 Het Bosch Keldergenootschap opgericht. Flip Dries, voormalig PvdA gemeenteraadslid, is hier de grote animator voor geweest.

Elk jaar wordt er eind januari een Toogdag gehouden en men bezoekt dan kelders in voornamelijk de Bossche binnenstad. Meestal zijn dat oude kelders van de 14de tot de 18de eeuw maar ook enkele moderne uit de 20ste en 21ste eeuw. Vanwege de loop van de Binnendieze en de daaraan ontwikkelde manier van huizen bouwen kan men het in kelders meemaken dat in natte periodes (dat zijn meestal de wintermaanden) de kelders onder water komen te staan.

Op de Toogdag bezoekt men meestal 5 kelders. Het vraagt van de organisatie wel wat voorbereiding. Want bijna alle kelders zijn niet zomaar toegankelijk. Je moet toestemming vragen aan bewoners of winkeliers. Kortom eerst de mensen benaderen voor men in de kelders kan neerdalen. Er zijn in de Bossche binnenstad enkele honderden kelders. En elke Toogdag brengt weer andere verassingen met zich mee. Het is een stuk cultuurhistorie van ’s-Hertogenbosch dat je letterlijk en figuurlijk onder de mensen brengt.

Je ontmoet veel bewoners die allemaal wel iets te vertellen hebben. Niet alleen over hun kelder maar ook over hun leven. Het sociale aspect van de Toogdag is niet alleen de gezelligheid maar ook het ontmoeten van mensen. En daar voel ik me als PvdA- kandidaat wel bij in mijn element.

Tijdens de lunch na afloop trof ik onze voorzitter Reinoud nog. Hij was verheugd om te zien dat ik een rode trui aan had.

Den Bosch is een stad van verleden én van toekomst. Hier het betreffende hoofdstuk uit ons programma.