Een tent in het bos, of kraken: Lennart Vonk (21) wilde een dak boven het hoofd

13 maart 2018

Door: Jan Schuurman Hess

In den Bosch studeren 18.000 jongeren. De stad biedt voor niet meer dan 2000 studenten onderdak; de woningnood is hoog in de Brabantse hoofdstad. Voor een sociale huurwoning sta je al gauw zeven acht jaar op een wachtlijst. Wie wil kopen, betaalt, ook in den Bosch, de hoofdprijs. De woningnood van het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw is terug; speculanten en huisjesmelkers slaan hun slag, juist nu de hypotheekrente zo laag is. Kraken is bij wet verboden. Leegstaande of verpauperde woningen, in afwachting van herbestemming, worden door ‘anti-kraak bureaus verhuurd tegen ‘marktconforme’ prijzen, maar zonder de daarbij behorende rechten.

Tegen die achtergrond is het geen verwondering dat er toch weer mensen zijn die een woning kraken, ook in den Bosch, met alle risico’s  van dien. Pieter Paul Slikker, lijsttrekker en raadslid van de PvdA in den Bosch neemt me mee naar de voormalige pastorie van de Sint Catherina kerk. De pastorie stond al vele jaren leeg; de ramen waren met houten platen dicht getimmerd. Het markante pand, op een unieke locatie aan de rand van de stad, grenzend aan het natuurgebied het Bossche Broek, was als een rotte kies voor de buurt.

Lennart Vonk

Lennart Vonk (21 jaar en student aan de Hogere Agrarische School in den Bosch) doet de voordeur open. In de hal is een medekraker, een voormalige dakloze, aan het schilderen. “Stap voor stap knappen we het pand op; we maken het leefbaar,” zegt Lennart en hij neemt ons mee naar de woonkamer. “Het was een ramp, hier. Toen we het pand hadden gekraakt, wisten we natuurlijk dat alles dichtgetimmerd was, maar we ontdekten dat de kachels door het hele huis maximaal open stonden. Het was bloedheet en doorweekt van het vocht; de schimmel stond op de muur. Nu hebben we dat probleem onder controle, maken we alle ruimten een voor een schoon, en schilderen we het over. Het pand stond gewoon al drie jaar van binnen uit te rotten. De buurt is blij dat we het hebben aangepakt.”

Lennart is van die duizenden studenten die nergens een woning kunnen vinden. Medestudenten, uit Noord Holland noord, of Zeeland zijn elke dag uren aan het reizen om naar school te komen. Lennart, die motor kan rijden redde zich maanden lang illegaal met een tent in een bos bij Liempde. “Half november werd het echt lastig,” legt hij uit, terwijl, “het werd natuurlijk kaal in het bos, en erg nat. Je kon de sporen van mijn motor op het pad makkelijk zien. De boswachter kwam er ook achter natuurlijk. Hij vond me in mijn tentje. Ik heb het allemaal uitgelegd; en ja, we delen natuurlijk dezelfde belangstelling voor de natuur. Dus ik kon hem ook vertellen wat ik allemaal ontdekt had in het bos. We hebben afgesproken dat ik hem ga helpen met een onderzoek, wat weer aansluit bij mijn studie. Zo zie je dat uit iets illegaals, ook iets positiefs kan voorkomen.”

Lennart zorgde dat hij elke ochtend zijn tentje inpakte en als eerste op school aan kwam en als laatste vertrok. ’s Morgens kon  hij in school douchen en de namiddag en avonduren gebruikte hij om zijn huiswerk te maken. Het ritje naar het bos kostte hem twintig minuten. “Voor ik me als student aan meldde heb ik een lange motorreis door Europa gemaakt en geleerd met niets te overleven, mensen te ontmoeten en mezelf leren kennen. Ik was er van overtuigd dat ik bij de aanvang van het studiejaar in den Bosch een studentenkamer zou vinden. Ik kom uit de omgeving van Amsterdam; daar weet je dat het onmogelijk is om tegen een betaalbare prijs onderdak te vinden, maar den Bosch… Dat moest lukken, dacht ik. Nou, niet dus. Maar door de ervaring van mijn grote motorreis kon ik het studeren en kamperen aan.”

Maar goed, half november moest er iets gebeuren. De jonge student realiseerde zich dat kraken door de wet is verboden, maar wat was het alternatief? De pastorie van de St. Catharijne kerk werd al tien jaar niet meer bewoond; de kerk staat leeg. Beide panden zijn verhuurd aan de directie van het Theater aan de Parade, die, met het oog op een eventuele verbouwing of nieuwbouw van het huidige theater, naar de kerk zouden willen uitwijken. “We hebben ons echt goed voorbereid, en voor we kraakten wisten we alles van het huis en de wetgeving. Het kraken stond me eerlijk gezegd ook erg tegen. Het is een vorm van inbreken, en daar houd ik niet van, integendeel. Ik vond het vreselijk, maar wat anders?”

Opnieuw ontdekte Lennart dat uit het illegale kraken misschien iets goeds komt. “Ik werd uitgenodigd voor een groot debat in de bieb en er werd opeens geklapt toen ik ons verhaal vertelde. Ik leerde spreken voor een grote zaal met mensen. En met oud en nieuw, tijdens een conference, stond ik opeens voor een zaal met 900 mensen. Ook die reageerden positief. En opeens kwam ik ook de directeur tegen van het Theater; dat was niet gemakkelijk. Wij zouden heel graag rechtstreeks met hem om tafel zitten. Wie weet vinden we een oplossing.”