Door op 24 mei 2016

Een stad waarin mensen naar elkaar omkijken

lisetteBijdrage Algemene Beschouwingen

Onze ideale stad is een stad waarin niemand langs de kant hoeft te staan. Waarin mensen kunnen meedoen door te werken, te leren of studeren of door actief te zijn in hun buurt of wijk. Een stad waarin we mensen insluiten in plaats van uitsluiten. Een stad waarin iedereen de zekerheid heeft van een dak boven het hoofd, een fatsoenlijk bord eten en goede zorg. Een stad waarin mensen naar elkaar omkijken. Dat is onze ideale stad.

Wat dat betreft is in deze stad nog heel wat te winnen. 8000 Bosschenaren zitten zonder werk. Nog steeds kunnen heel veel mensen in deze stad de touwtjes niet aan elkaar knopen of zitten zij met schulden. Meer dan 2000 huishoudens kunnen de woonlasten niet dragen. De voedselbank heeft het drukker dan ooit en deelt 8 ton voedsel per week uit voor in het totaal zo’n 1500 mensen. En daarmee zijn lang niet alle monden gevuld. Er zijn ook armen in deze stad die buiten ons vizier zijn. De zogenoemde Nuggers bij voorbeeld. Mensen zonder uitkering en zonder baan die het onderspit delven omdat vooral ingezet wordt op het aan het werk helpen van meer kansrijke werklozen. Wij hebben daar eerder aandacht voor gevraagd en doen dat vandaag weer.

Behalve volwassenen zijn er duizenden kinderen in deze stad die in armoede leven. De nationale ombudsman heeft daar terecht aandacht voor gevraagd. Want armoede wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Mensen met weinig geld leven ongezonder en zijn minder vaak gelukkig. Wij kunnen en moeten die spiraal te doorbreken.

En ja: één van de antwoorden op armoede is: werk, werk, werk. Maar het gaat ook om een goed vangnet voor mensen voor wie dat niet lukt. Om meer kansen voor kwetsbare Bosschenaren om aan de slag te kunnen of mee te kunnen doen. Het gaat om meer betaalbare woningen, om meer leerwerktrajecten, om meer ruimte voor initiatieven in buurten en wijken, zoals Oosterplas DOET en Hambaken Gym. Om meer inzet op kinderopvang en maatwerk in opleiding en scholing. Ook voor de vele vluchtelingen die naar onze stad komen. Want welke kansen bieden we hen? Waarom geen internationale school voor de inburgering van nieuwe stadsgenoten in plaats van voor kinderen? Daar is in deze stad behoefte aan. Tenminste, als we graag willen dat mensen in een wijk als Boschveld ook de komende jaren fijn samenleven.

Als het gaat om solidariteit en bestaanszekerheid dan is de inzet van dit college bijzonder mager. Wij lezen mooie woorden in de voorjaarsnota. Inzetten op betaalbaar wonen. Verduurzaming. Meer acties op het vlak van armoede en schulden. Het klinkt allemaal prachtig. Maar waar was dit college toen wij vroegen om meer te investeren in armoedebestrijding en om handgeld om problemen direct aan te kunnen pakken? Waar was het college toen wij – ook recent nog – pleitten voor meer geld voor betaalbaar wonen? En om meer ondersteuning van initiatieven in buurten en wijken? Waarom is het afgelopen jaar amper een sociale huurwoning verduurzaamd? Waarom krijgen bewoners van de Marconistraat die vanwege sloop moeten vertrekken geen terugkeergarantie in de wijk? Waarom moeten er nog steeds mensen operatiehemden vouwen bij Weener XL terwijl ze hun talenten op een zinvolle en kansrijke manier kunnen ontwikkelen in bij voorbeeld een wijkwinkel?

En sport: een prachtig middel om mensen met elkaar te verbinden. Dit begint al bij onze kleine kinderen. Maar dan moeten we wel zorgen dat onze accommodaties schoon, heel en veilig zijn. Bij BLC is dat niet het geval. Terwijl het college heeft toegezegd de meest urgente zaken aan te pakken.

De praktijk is dat dit college vooral bezig is met citymarketing en stenen. Met het St. Jansmuseum en de Pieckenpoort. De praktijk is dat dit college bezuinigt op het bureau sociaal raadsleden en de vrijwilligers van de wijkwinkels met meer en zwaardere problemen opzadelt. Als dit college echt bestaanszekerheid en vooruitgang wil voor de meest kwetsbaren in deze stad, dan is het wat de PvdA betreft: boter bij de vis. Dan moet er geld vrijgemaakt worden in de 12 miljoen aan investeringen die nu besteed worden aan de hobby’s van dit stadsbestuur. Dan moeten er concrete plannen op tafel komen. Plannen waar de meest kwetsbaren in deze stad echt wat aan hebben. Wij zijn benieuwd naar wat dit college uiteindelijk te bieden heeft en zullen op de diverse onderwerpen inzoomen in de commissies.

Ik eindig vrij naar de Chinese filosoof Confucius: In een stad die er goed voor staat, is armoede iets om je voor te schamen.

 

confusius