Kippenhok of paleis
Mijn eerste eigen honk was een kamer in een studentenhuis van niet meer dan 3 bij 3 meter. De verhuurder was de groenteboer op de begane grond. Verkouden was ik in die tijd zelden. Ik was continue omgeven door de scherpe lucht van vers gesneden prei en ui. Een geur die zich tegen de middag mengde met de vette walmen van de afhaalchinees om de hoek. Ik heb daar één keer een bak bami gehaald. Vrij snel na consumptie wist ik waarom ik dat nooit meer moest doen. Hoe klein en belabberd mijn huisvesting ook was, ik was als een kind zo blij. Eindelijk iets voor mezelf. Eindelijk op eigen benen staan. Later voelde ik dezelfde blijdschap toen ik mijn zoveelste studentenkamer in mocht ruilen voor een bescheiden huurwoning. Nooit meer de koelkast hoeven delen met mijn ranzige huisgenoten. En maar liefst drie aparte slaapkamers. Een paleis in mijn ogen.
In het voormalige pand van Zayaz aan de Ketsheuvel in de Bossche wijk Orthen-rechts komen sociale huurappartementen van 20 tot 40 vierkante meter voor met name éénpersoons huishoudens. Een aantal omwonenden verzet zich daartegen. Onder meer omdat de appartementen ‘kippenhokken’ zouden zijn. En omdat 70 appartementen te veel zou zijn voor de dicht bevolkte wijk. Ik begrijp heel goed dat het fijner zou zijn als op de plek van het voormalige kantoorpand een park komt of minder dichte bebouwing. Maar op dit moment weegt een ander belang zwaarder. En dat is het belang van de ruim 10.000 urgent woningzoekenden in onze stad. Bijna zeven jaar is de wachttijd voor een sociale huurwoning inmiddels. Het water staat ons niet aan, maar boven de lippen. En als we niets doen, zal het waterpeil verder stijgen. Want het aantal woningzoekenden groeit. Omdat de bevolking groeit. Omdat het aantal één- en tweepersoonshuishoudens toeneemt. Omdat ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen. Omdat statushouders moeten worden gehuisvest. Omdat een huis kopen voor steeds meer mensen onbereikbaar is.
Niets doen is geen optie. Om de woningnood te lijf te gaan moeten we zoeken naar onorthodoxe oplossingen, zoals: kleinere appartementen; tijdelijk woningen en het omkatten van kantoren naar wooneenheden. Er zijn, net als ik vele jaren geleden, heel veel jongeren en starters die graag hun vleugels uit willen slaan. Of mensen die bij voorbeeld door een echtscheiding dringend op zoek zijn naar onderdak. Er zijn heel veel mensen die echt geen alternatief hebben. Die als een kind zo blij zouden zijn met een appartement van 20 tot 40 vierkante meter. Daarom juich ik initiatieven als die in Orthen toe. Ik vind dat er nog veel meer moet gebeuren om de woningmarkt uit het slop te trekken. Want ik ben voor een ongedeelde stad. Een stad waarin iedereen recht op een fatsoenlijk dak boven het hoofd. Want Den Bosch is van ons allemaal.